De eerste etappe

Na het geweldige uitzwaaien vrijdagochtend vanuit Pijnacker, kwamen we vrijdagmiddag aan in Eersel. Na een goed verzorgde pastaparty waarvoor dank aan Ruud maar vooral aan Tirza en een gezellige avond, sliepen we bij de buren van Ruud waar we een huisje hadden gehuurd.

De volgende ochtend was er bij Scoot2Be in Eersel een uitzwaai-ontbijt. En hier kreeg ik mijn fiets voor die dag. Zoals je op de groepfoto kunt zien, is de zit wat hoger, wat het instappen een stuk makkelijker maakt.  Dat bewees de 97-jarige moeder van Tirza die ook even op de fiets klom. En natuurlijk sponsor je door iets  te kopen. Een Parkinson tulp op de fiets.

Om 10:00 uur waren er enkele praatjes van o.a. Ruud Overes, Paul van Vroenhoven van Scoot2Be, Gerard Meulensteen, en wethouder Steven Kraaijeveld,. En hierna nog de persfoto’s en dan is het zo ver, eindelijk het echte vertrek. Ruud, Adorien en ik zou het eerste stukje vergezeld worden door mijn kleinkinderen, tot Weert door Barbara met haar handbike, en tot Viersen door een fietsploeg waaronder mijn zoon en schoonzoon.

Doordat ik op een nieuwe fiets zat , dacht ik voor maar 27.5 km  ondersteuning  hebben. En leek het mij verstandig die tot later te bewaren . Daardoor lag het tempo van mij een stuk lager, dus bleven Adorien en ik achter.  Even later kwamen mijn zoon en schoonzoon terugfietsen en fietsten we samen naar de volgende stop. Toen wij tegen 12:30 uur ongeveer 35 km gefietst hadden, werden we ingehaald door de fietsclub, echter zonder Ruud en Barbara. Ze hadden een heel stuk omgereden vertelden ze. En er werd mij verteld dat ik onderweg de accu kon bijladen.

Hierna durfde ik met ondersteuning te rijden, waardoor ik harder ging. Zo ging mijn snelheid van 16-18 km/h naar 25-27 km/h langs het kanaal, al was dat nog niet genoeg om de fietsclub bij te houden.  Die haalden we even later weer in, want een van hen had een lekke band.

Of het nou kwam doordat we een heuveltje af gingen en ik met hoge snelheid een bocht in ging, dat er grind op de weg lag, of dat ik te hard remde (waarvoor gewaarschuwd was), of door dubbeltaken iets verkeerd deed of iets anders, dat weet ik niet. Maar ik begon te slippen en verloor de macht over mijn fiets. Later vertelde Adorien dat ik op twee wielen had gefietst en was gaan spinnen. Vermoedelijk door de hoge zit sloeg ik daarbij om. Had beter moeten weten van de Belgische wegen.

Nu bleek ik toch weer eens geluk te hebben; doordat we de andere fietsers net voorbij waren, was er snel hulp. De bus van Scoot2Be en Paulus werden gebeld. Mijn rechter arm en hand deden pijn en bloedden behoorlijk en ook op de heup was bloed te zien. Voor alle zekerheid werd een ambulance gebeld. De ambulancebroeder gaf aan dat ik de derde Nederlander was die met de fiets onderuit was gegaan. Ik had geen pijn in mijn heup maar er zat wel bloed dus men wilde mij toch meenemen en de vinger moest in elk geval worden gehecht. Later bleek mijn hele onderbroek onder het bloed te zitten, allemaal door de snee in de in mijn vinger.

Na vier hechtingen, instructies hoe zalf en zalfgaas op de wondjes te doen, en de aanwijzing dat ik maandag naar de huisarts moest en dat na 10 dagen de hechtingen eruit moesten, kon ik gaan. Ik moet dus even het gesprek met de huisarts afwachten om te kijken wanneer ik weer kan fietsen. Ik hoop er natuurlijk vanaf maandag 5 augustus weer bij te zijn in Praag, bij de ambassade.

Om de dag weer fantastisch af te sluiten: in mijn blog van vrijdag vertelde ik al dat Fred Leeflang van het AD aanwezig was. Er staat dus een artikel met grote foto in het AD Delft van dit weekend.

Join the Conversation

  1. Onbekend's avatar

1 Comment

  1. Nou Irma. Alle begin is moeilijk. We hopen dat alles snel beter gaat en je de tocht kan vervolgen, zoals je gewild hebt. Aan wilskracht zal het niet liggen.

    Like

Plaats een reactie

Ontwerp een vergelijkbare site met WordPress.com
Aan de slag